Ambigu

portret Rebekka De Wit

Door een fortuinlijke speling van het lot zat ik samen met een collega bij een salesmanager van een groothandel in de auto. We waren onderweg om een optreden te doen in hun ‘inspiratie-lab’ en omdat de treinen vertraging hadden zouden we te laat komen, waardoor er iemand werd gestuurd om ons op te halen en wel: de salesmanager.

Het was de bedoeling dat wij mensen ‘aan het denken zouden zetten’ voor de Dag van de Duurzaamheid. Blijkbaar waren ze nog niet aan het denken. Vroeger zou ik daar boos om zijn geworden, of eigenlijk jaloers, maar tegenwoordig zie ik het als een goede uitruil. Op het moment dat ik mijn denken hardop uitspreek, ben ik er tijdelijk van verlost en zijn anderen – als het goed gaat – aan het denken gezet. Dat lijkt me een win-winsituatie.

De salesmanager vertelde in de auto honderduit over de ‘purpose’ van de groothandel en de f&b-industrie (food & beverages, zo kwam ik te weten). Hij zei dat hij een flinke vinger in de pap had bij de groothandel en toen hij dat zei, dacht ik dat hij refereerde aan de flinke vinger die hij opstak in de auto als hij ons wat wilde vragen.

Waar het over zou gaan, wilde hij weten. Of eigenlijk, wat is de boodschap? Ik zei dat de boodschap ambigu zou zijn, omdat mensen anders niet aan het denken zouden worden gezet. Als er een heldere boodschap is, hoef je niet meer te denken. Hij stak weer zijn vinger op.

‘Jullie hebben van mij geleerd wat f&b betekent, nu zou ik graag ook iets van jullie leren. Wat betekent ambigu?’

De moed zakte me in eerste instantie in de schoenen over de mogelijkheid dat wij elkaar ooit zouden begrijpen. Ik weet namelijk niet anders. Het was het eerste wat ik op een kunstschool leerde: ‘GIJ ZULT KUNST MAKEN DIE AMBIGU IS’.

Ergens vond ik het ook jaloers­makend. Hij was de zestig gepasseerd, had een hoge functie bij een groot bedrijf en had zijn leven geleid zonder te hoeven leren wat ambigu is. Wat een leven!

‘Nou bedankt’, riep hij uit. ‘Nu weet ik dus wat ambiguur is!’

Hij had het al een paar keer gezegd, maar de laatste keer hoorde ik pas echt dat hij dacht dat het woord dat hij had geleerd ‘ambiguur’ was.

Het is natuurlijk ook een beetje guur, ambiguïteit. Althans, het is niet zo comfortabel als een eenduidige purpose.

Ik kon niet aan hem uitleggen hoe het knetterde in mijn hoofd. Dat dit – op zoveel niveaus – zoveel betekenis leek te hebben.

Het optreden was enorm geslaagd. Iedereen was aan het denken gezet, en dat denken manifesteerde zich in een stilte die ik lang niet had gehoord. De stilte van iemand die even niet precies weet wat-ie hoort, en nog niet meteen een antwoord klaar heeft.

Zelfs als niemand het woord ambigu kende in de zaal, voelde het toch zo.

Mijn collega en ik mochten een workshop plantaardig koken volgen bij de groothandel. De duurzaamheidsmanagers waren er ook, maakten aantekeningen en fronsten hun wenkbrauwen bij al die gerechten, omdat nergens vlees in zat. Maar die driftige aantekeningen waren het hoopvolste wat ik in tijden had gezien.

Mijn collega en ik kregen de lekkerste dingen te eten: zuurkoolkroketten met walnoten en rozijnen en een gerookte mayonaise van witte bonen en gerookte olie. Even leek het alsof we – behalve ons denken – ook onze ambiguïteit hadden uitbesteed aan het publiek, en waren we blij dat er nog mensen zijn die niet weten wat dat is, waardoor je er zelf even van verlost kunt zijn.

Link naar de column.