Marssap

portret Rebekka De Wit

Afgelopen week verscheen een deep­fake-filmpje van de Nederlandse minister-president waarin hij de klimaatcrisis met dezelfde ernst adresseert als de coronacrisis. De deepfakepremier schermde met een behoorlijke zeespiegelstijging om duidelijk te maken waarom hij nu, na al die jaren, eindelijk klimaatbeleid zal voeren. Het noemen van die behoorlijke zeespiegelstijging werd de makers van het filmpje niet in dank afgenomen. Ik was een van de mensen die hadden meegewerkt aan de speech en was daarna in de war. Niet per se over de vraag of we ons hadden vergist in de scenario’s van de zeespiegelstijging die het IPCC schetst, dat waren de rapporten waar we ons op hadden gebaseerd, maar over de vraag waarom ik het filmpje helemaal geen ‘overtrokken paniekzaaierij’ vond, maar ‘de realiteit’.

Ik ben namelijk geneigd te geloven dat het waar is als een krant die doorgaans vrij conservatief is in het verslaan van het klimaat op haar voorpagina schrijft ‘code rood voor de mensheid’. Op de dag dat het filmpje uitkwam, werd toevallig ook bekendgemaakt dat het KNMI, de Nederlandse variant van het KMI, de verwachte zeespiegelstijging naar boven bijstelt en kwam er een rapport uit – ook van een overheids­instantie – waarin het nog maar eens werd duidelijk gemaakt: de overheden in Europa doen veel, maar dan ook veel te weinig. Ik stond in de supermarkt toen ik dat las, naast een schap waar ze Marssap verkopen. Geen water van Mars, maar de Marsreep in vloeibare vorm. Hoef je lekker niet te kauwen. Daarnaast, bij de aanbiedingen, lagen computers, plastic tuinspullen en Round­up in voordeelverpakking. Dus als ik lees dat het niet zo goed gaat met het terugbrengen van de uitstoot, geloof ik dat meteen. Niet alleen omdat de bron betrouwbaar is, maar ook omdat ik in die liters Marssap geneigd ben het einde der tijden te lezen.

Misschien zijn er mensen die het tegendeel ervaren. Die in de supermarkt lopen, dat Marssap zien en denken: wat een fantastische tijd is dit, vervolgens een pushbericht krijgen over dat rapport en dan denken: wat een flauwekul!

De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik ook liever had gehad dat de heer Rutte zou zijn begonnen over de brughagedis, die door de klimaatverandering zal uitsterven, in plaats van over zeespiegelstijging. De brughagedis is een schitterend dier, dat nog heeft samengeleefd met de dinosaurus, een trage stofwisseling heeft en een oplettende blik. Maar als je over de brug­hagedis begint, dan gaan mensen meteen vragen waar we de brughagedis voor nodig hebben. En daar heb ik geen antwoord op, behalve dat het ongelofelijk is dat dat dier er is. Gek eigenlijk dat de vraag is: hebben we die brughagedis nodig, maar niet: hebben we een vloeibare Marsreep nodig? Of: hebben we op elke hoek van de straat een snoepautomaat nodig? Nee. We hebben die niet nodig. We hebben zelfs een beetje een overschot aan Marsen, waardoor we allemaal op een loopband moeten staan, of een maagband moeten nemen. Nou ja, niet allemaal natuurlijk. Want dat krijg je meteen als je allemaal zegt. Dan neemt iemand er weer de cijfers bij en zegt dat we heus niet allemaal een maagband moeten. Het gaat erom dat we in meer of mindere mate allemaal een beetje obees zijn. In onze spullen, in ons consumptiegedrag.

Met twee pakken Marssap liep ik naar huis, langs een standbeeld van tsaar Peter die een schip aan het bouwen is. Ik vroeg me af hoe dat geïnterpreteerd zal worden in de toekomst. Als dit de bodem van de zee zal zijn.

Link naar de column.