Het vroor weer. De donzen dekens hadden we naar boven gebracht. Paarden, vogels en konijnen hadden ongeveer hetzelfde gedaan, alleen waren die dekens nu voorgoed weg. Ook bomen en planten hadden zich laten gaan bij het warme weer, waren wortel gaan schieten en sappen gaan vormen, maar toen vroor het dus weer. Wijnboeren in Frankrijk zijn in paniek over al hun velden vuurtjes gaan stoken om hun planten te redden, want als ze eenmaal denken dat het lente is, hou je die sappen niet meer tegen en worden ze te kwetsbaar voor de kou. Wellicht zullen ganzen en bomen zich in de toekomst kunnen aanpassen aan de grilligheid van het weer. Het schijnt overigens zo te zijn dat her en der al snavels korter zijn, omdat de permafrost smelt en vogels minder diep hoeven te graven naar insecten. Of was het anders? Kwamen door een smeltende permafrost insecten eerder uit dan gewoonlijk, waardoor de vogels op vroegere leeftijd dan normaal naar insecten moeten zoeken, terwijl hun snavels daar nog veel te kort voor zijn.
Feit is in ieder geval dat de permafrost aan het smelten is. Aan een bioloog vroeg ik of daar een ander woord voor moest komen, omdat permafrost niet zo permanent meer is.
Hij zei dat je toch geen woorden nodig hebt voor de dingen die verdwijnen en er uiteindelijk niet meer zijn.
Dat is maar de vraag.
In de Arctische gebieden gaat de opwarming van de aarde het snelst. Daar gaan de gesprekken niet over wind of zonne-energie, maar over het vinden van taal om de ongekende verandering van het landschap te beschrijven. Onder de sneeuw ligt een wereld die lijkt op de onze. Er is geen woord voor landbouw in Inuit-talen, waar ze aan zouden kunnen beginnen, nu de sneeuw smelt. Er is ook geen woord voor atmosfeer, voor Arctische cirkel of biodiversiteit. Een groepje taalwetenschappers is nu samen met allerlei sprekers van Inuit-talen bezig om een vocabulaire uit te vinden waar het hele westerse discours over klimaatverandering in past. Niet vertalen dus, maar taal uitvinden.
Het woord klimaatverandering bestond bijvoorbeeld niet in Inuit-talen. Het werd door tolken altijd vertaald als verandering in de sila, maar sila kan refereren aan lucht, atmosfeer, hemel, intellect, wijsheid, de aarde en het universum.
Toen ik dat las, vond ik het jammer dat klimaat in mijn taal alleen betrekking heeft op omgeving, terwijl het waarschijnlijk dichter bij de waarheid ligt dat verandering in het klimaat ook verandering in het universum en verandering in onze wijsheid tot gevolg heeft. Er zijn historici die vrij overtuigend betogen dat culturen floreren in een klimaatoptimum en vaak samen met het veranderende klimaat ten einde zijn gekomen.
Ook permafrost bestaat niet in Inuit-talen en dus hebben ze dat uitgevonden. Nunap Puvitquumannga Tarrarnirmi is het geworden. De bioloog zei dat ze straks waarschijnlijk heel veel taal ‘zullen overhebben’. Taal voor manieren van leven die zullen ophouden te bestaan.
Het lijkt me niet verkeerd om ook daarvoor woorden te hebben.
In het Inuit is er een woord voor ‘het recht op kou’, wat hen nu wordt ontnomen. Ik geloof zelfs dat er een rechtszaak is en ik heb geen idee in welke taal die wordt gevoerd.
Je zou willen dat ook de ganzen en de bomen, die ook hun dekens naar de zolder hadden gebracht, een rechtszaak zouden kunnen aanspannen voor het tegendeel, hoewel ik niet precies weet wat het tegendeel is. Plots ongenode, ongevraagde en ongewenste kou, terwijl alle organismen werd verteld dat het niet meer zou vriezen vanaf nu.
Link naar de column.